Puzzel 110 – Black Stories #4

Winnaars vorige keer

#1: JeVo: 29 punten
#2: Raymond Adriaans: 29 punten
#3: Paul van Hoof: 18 punten

Gefeliciteerd JeVo!

U kunt uw antwoorden voor deze week weer insturen door een reactie op dit bericht te geven.

Regels

Black Stories zijn macabere verhalen waarin het doel is om, na een korte situatiebeschrijving, te raden waarom dit is gebeurd. Om hier achter te komen mogen de spelers vragen stellen aan de spelleider. Deze vragen moeten met ja of nee te beantwoorden zijn. Het is ook toegestaan om vragen te stellen die meerdere alternatieven voorstellen, bijvoorbeeld: “Zaten er 0, 1, 2 of meer dan 2 kogels in het pistool?” Dit mag zolang de vraag omgeschreven kan worden als een serie ja/nee vragen. Deze vragen kunnen gesteld worden door ze in de reacties op dit artikel te posten. Gelieve hierbij steeds een nieuwe reactie te maken en niet op de reacties van anderen te antwoorden. Tevens graag slechts één vraag per reactie, dit maakt het makkelijker met beantwoorden. Het is wel toegestaan om meerdere reacties per keer te posten. De vragen zullen minimaal twee keer per dag worden beantwoord.

Verhaal

Een vrouw wordt dood aangetroffen op een vuilnisbelt.

185 gedachten aan “Puzzel 110 – Black Stories #4”

  1. De vrouw werkte op de vuilnisbelt?

    De vrouw had kleren aan toen ze werd gevonden?

    De vrouw was nog niet dood, maar is op de vuilnisbelt dood gegaan?

    De vrouw is een een vuilniszak op de vuilnisbelt gevonden?

  2. 1 – Waren kostenoverwegingen een reden om de vrouw letterlijk bij het grof vuil te zetten?
    2 – Is ze een bunny?
    3 – Kon je haar bestellen voor een striptease-act?
    4 – Was het per ongeluk dat ze op de vuilnisbelt belandde?

  3. 5- Is ze van kleiner dan gemiddelde/ gemiddelde/ groter dan gemiddelde lengte?
    6- Is haar leeftijd 0-10/10-20/20-30/30-40/ouder?
    7- Is ze zichtbaar gewond?
    8- Zijn er zichtbare sporen van geweld?
    9- Is ze gestikt?
    10- Gewurgd?
    11- Verdronken?
    12- is ze een natuurlijke dood gestorven?
    13- is ze een mens?

    1. 5. niet van belang
      6. niet van belang
      7. nee
      8. nee
      9. nee
      10. nee
      11. nee
      12. nee
      13. ja

  4. 14 – is ze vergiftigt?

    15 Is ze uit een vuilniswagen op de vuilnisbelt terechtgekomen?

    16 Is ze in slaap gevallen op de vuilnisbelt?

    17 Was ze op zoek naar iets op de vuilnisbelt?

  5. 17 – Had ze een kantoorbaan?
    18 – Zat ze in een taart?
    19 – Was de taart bedorven en weggegooid?
    20 – Zat ze ergens in toen ze op de vuilnisbelt werd gevonden?

  6. 21 – Heeft ze een balletjurkje aan?
    22 – Op het plaatje zie ik dat ze konijnenoren draagt. Heb ik dat goed gezien?
    23 – Was ze aan het lijnen? Ik refereer naar de titel afval.
    24 – Was ze al dood toen ze in de vuilniswagen terecht kwam?
    25 – Kwam ze in de vuilniswagen door middel van:
    25a – Kliko?
    25b – Vuilcontainer?
    25c – Stortkoker?

    1. 21. nee
      22. let niet teveel op het plaatje. dit is niet noodzakelijk een nauwkeurige representatie van het verhaal
      23. niet van belang
      24. nee
      25a. nee
      25b. nee
      25c. nee

  7. 1Werkte ze bij de vuilnisophaaldienst?

    2Had ze een relatie met een collega?

    3Is ze geplet in de vuilniswagen?

    4Is het vuilnis in de wagen bedwelmend?

  8. 1 Ze is in een vuilniswagen de vuilnisbelt opgereden?
    2 Leefde ze toen nog?
    3 Zat ze toen in de cabine?
    4 Bevond ze zich toen tussen het vuil in de bak?
    5 Stond ze op de achterkant van de vuilniswagen?
    6 is ze vrijwillig de vuilniswagen ingestapt?
    7 wilde ze zelf in de vuilniswagen de vuilnisbelt oprijden?
    8 Is ze op de vuilnisbelt vrijwillig de vuilniswagen uitgestapt?
    9 leefde ze bij het verlaten van de vuilniswagen nog?
    10 waren er nog andere machines betrokken bij het verhaal?
    11 hoeveel mensen bevonden zich in/op de vuilniswagen bij het betreden van de vuilnisbelt?
    12 Kende ze die goed?

    1. 1. ja
      2. nee
      3. nee
      4. ja
      5. nee
      6. verkeerde aanname
      7. nee
      8. verkeerde aanname
      9. nee
      10. ja
      11. twee (probeer het bij ja/nee vragen te houden)
      12. nee

  9. 1 had ze een uniform aan?
    2 had ze werkkleding aan?
    3 had ze vrije tijdskleding aan?

  10. 1. Is ze per ongeluk in een vuilnisbak/emmer/kliko beland?
    2. Leefde ze nog bij het betreden van de vuilniswagen?
    3. Heeft ze zichtbare verwondingen?
    4. Draagt ze sieraden?
    5. Is ze getrouwd?
    6. Had ze naast haar kleding iets anders bij zich?
    7. Een tas?

  11. 1. Was ze op zoek naar iets in het vuilnis?
    2. Is ze allergisch ergens voor.
    3. Zat ze ergens aan vast?

  12. voorlopige samenvatting van de goed/meest relevante antwoorden:

    A Ze is gekleed in vrijetijdskleding gevonden.
    B Ze is per ongeluk op de vuilnisbelt beland.
    C Ze is een mens.
    D Geen natuurlijke dood, maar ook geen sporen van geweld, niet geplet in de wagen.
    E Ze is uit een vuilniswagen op de vuilnisbelt gekomen.
    F Ze was niet dood toen ze in de vuilniswagen terecht kwam.
    G Ze was wel dood toen de vuilniswagen de vuilnisbelt opreed.
    H Ze bevond zich in de bak van de vuilniswagen.
    I Er zijn nog andere machines betrokken bij het verhaal.

    Vooralsnog hebben we hier te maken met een normaal geklede vrouw, die in de bak van de vuilniswagen is terecht gekomen, daar is gestorven, en uit de wagen op de vuilnisbelt is terecht gekomen.

    mmmh…

  13. 1 was het de bedoeling dat de vuilniswagen naar de vuilnisbelt zou gaan?
    2 bevonden die andere betrokken machines zich op de vuilnisbelt?
    3 Is het beroep van de vrouw van belang?
    4 Is de kleding van de vrouw van belang?
    5 Is ze zich doodgeschrokken?
    6 Is van belang hoe ze in de vuilnisauto terecht kwam?
    7 Is van belang waar ze in de vuilnisauto terecht kwam?
    8 wist de chauffeur van de vuilnisauto dat ze in de bak zat?
    9 lag ze in de bak temidden van ander afval?
    10 Lag ze in een verder lege bak?
    11 is de chauffeur van de vuilniswagen verantwoordelijk voor haar dood?

    1. 1. ja
      2. nee
      3. nee
      4. ja
      5. nee
      6. ja
      7. ja
      8. nee
      9. ja
      10. nee
      11. nee

  14. 1.Is ze in de vuilniswagen geland?
    2. Was ze death on impact?
    3. Was ze aan het joggen.
    4. Is er iets gebeurd voorafgaand aan het moment waarop ze in de vuilniswagen is beland?
    5. Is dit de oorzaak van haar elende?

  15. 1 – Was ze bezig met een vrijetijdsbesteding voordat ze in de vuilniswagen belandde?
    2 – Zijn er buiten de vrouw en de vuilnismannen nog andere mensen in dit verhaal betrokken?
    3 – Is ze gestikt?
    4 – Kwam ze per ongeluk terecht in het laaddeel – of hoe heet dat – van de vuilnisauto?

  16. 1-Is de mevrouw van hoog in de vuilniswagen gevallen?
    2-Is de parachute die ze droeg niet open gegaan?

  17. 1 – Was ze aan het koorddansen?
    2 – Lag er bij haar op de vuilnisbelt een voorwerp waaruit de aard van haar vrijetijdsbesteding bleek?
    3 – Speelde ze een bordspel – zoals bijv. Catan – en is ze van pure ellende naar beneden gesprongen?

  18. 1Is ze door een andere machine gelanceerd?
    2 is ze ergens uit gevallen ?
    3 Is ze ergens vanaf gevallen?

  19. 1. Het andere betrokken apparaat, is dit normaalgesproken elektrisch?
    2. Moet het elektrisch zijn voor de situatie?
    3. Is het andere apparaat ook een methode van vervoer?
    4. Bevind dit andere apparaat zich ook in de vuilniswagen?
    5. Is er (apparaat niet in beschouwing genomen) nog een specifiek stuk vuilnis dat van belang is?

  20. 1. Is hetgeen waarvan ze is afgevallen een machine?
    2. Is hetgeen waarvan ze is afgevallen een gebouw?
    3. Is ze geduwd?

  21. 1 was ze de ramen aan het lappen?
    2 stond ze van te voren op het dak?
    3 stond ze van te voren op het balkon?

  22. 1 – Was er sprake van puur toeval dat ze in de achterlaadklep van de vuilniswagen belandde?
    2 – Was ze bezig met een sportieve activiteit?
    3 – Zat ze op een hometrainer?

    1. 1. hangt er van af wat je precies bedoelt met puur toeval, maar ik zou zeggen: nee
      2. nee
      3. nee

  23. 1 was ze op het dak aan het werk met een machine?
    1b was er sprake van verkeerd gebruik van de machine?
    1c was de machine kapot?

  24. Ik snap er ondertussen geen bal meer van.

    1 Heeft de machine ervoor gezorgd dat ze gevallen is?
    2 Ze heeft vrijetijdskleding aan. Is dit van belang om het raadsel op te lossen?
    3 Heeft ze een stroomstoot gekregen van de machine?
    4 Is het van belang om erachter te komen wat voor soort machine het was?

  25. Ze is van het dak in de vuilniswagen gevallen omdat een machine kapot was.
    1. Is het dak de normale plaats voor dit soort apparaten?
    2. Werd de machine gebruikt voor vrijetijdsbesteding op het dak.
    3. Staan er wel eens meerdere van dit soort apparaten op een dak?
    4. Was de kapotte machine de reden dat ze op het dak was?
    5. Stormt het?

    1. 1. ja, hoewel ze ook op andere plekken voorkomen
      2. nee
      3. ja
      4. ja
      5. nee

  26. 1 Is ze het dak opgeklommen om het apparaat te repareren?
    2 is ze bij de werkzaamheden uitgegleden en naar beneden in de vuilniswagen gevallen, doodgegaan en gedumpt op de vuilnisbelt?

  27. Mmm dacht dat ik er was….
    Ff verder dan
    1. Is het apparaat een antenne?
    2. Is het apparaat een schoorsteen?
    3. Heeft het apparaat bewegende delen?
    4. Is het apparaat onderdeel van de constructie van het gebouw?

  28. 1 Bestaat de kleding uit 1 stuk, zoals een jurk of een overall?
    2 Is de kleding bedrukt met a. tekst of
    b. plaatje(s)
    3 Is de machine groter dan a. een pingpongballetje
    b. een appel
    c. een watermeloen
    d. een skippybal
    4 Is de machine een airco?
    5 Is de machine een helicopter?

  29. 1 Wilde Ze de kapotte airco vervangen?
    2. Heeft ze haat evenwicht verloren?
    3. Is er iets tijdens het gebruik van de kapotte airco gebeurd wat haar val veroorzaakt heeft?
    4. Heeft de fan in de airco er iets mee te maken?
    5. Heeft de koelvloeistof in de airco er iets mee te maken?

    1. 1. nee
      2. nee
      3. hangt er van af wat je bedoelt met gebruik
      4. niet van belang
      5. niet van belang

  30. 1. Was ze met de kapotte airco bezig toen ze viel?
    2. Werd haar val direct veroorzaakt door de kapotte airco?
    3. Stond ze op het moment dat ze viel naast de airco, binnen 1 meter?

  31. 1 De airco was kapot. Ging de vrouw kijken waarom?
    2 Waren haar kleren nog heel toen ze gevonden werd?
    3 Deed de airco het juist heel goed? Werd het dus erg koud binnen?
    4 Was de vrouw op het dak omdat de airco kapot was?
    5 Is het van belang dat ze een vrouw is? Was in exact dezelfde situatie een man ook gevallen?
    6 Is de vrouw de reden dat de airco kapot is?
    7 Droeg de vrouw een jurk?
    8 Droeg de vrouw een overall?
    9 Droeg de vrouw een catsuit?
    10 Hoe moet ik allemaal weten welke vrouwenkleren uit 1 stuk bestaan?

  32. 1. Was het de bedoeling dat de airco in de vuilniswagen terecht zou komen, maar is zij er per ongeluk (struikelend of zo) in terecht gekomen?

  33. De vrouw is van het dak gesprongen om zelfmoord te plegen, maar landde op een vuilniswagen en leefde toen nog. Een loshangende airco viel toen omlaag en heeft haar gedood?
    1) bevond de airco zich ook in de vuilniswagen?
    2) is de vrouw overleden doordat ze de airco op haar terecht kwam?

  34. 1. Was er sprake van a) zelfmoord, b) moord of c) een ongeluk?
    2. Is de kleur van de kleding van belang?
    3. Als er geen vuilniswagen was geweest, was de vrouw dan ook gevallen?

  35. 1.Maakte de airco een apart geluid?
    2. Deed de airco iets anders dan koelen? (bv stinken, lawaai maken,lekken?)
    3. Had de vrouw gedronken?
    4. Droeg de vrouw feestkleding?
    5. Was er een feest aan de gang toen het gebeurde?
    6. Waren en dieren op het dak?
    7. Was er iets anders op het dak dat, naast de airco, van belang is?

    1. 1. niet van belang
      2. niet van belang
      3. nee
      4. nee
      5. nee
      6. nee
      7. ja

  36. 1 Ging de airco plots werken en schrok de vrouw ervan?
    2 Ging de vrouw een luchtje scheppen op het dak?
    3 Is de vrouw door een plotselinge windvlaag gevallen?
    4 Heeft de vrouw door de hitte waanideeën gekregen?
    5 Heeft de vrouw drugs gebruikt?
    6 Was de vrouw geestelijk gezond?
    7 Is de vrouw een basejumper?
    8 Was de vrouw van plan om langs het gebouw ab te seilen?

  37. 1 Toen ze het dak opging, was de airco toen uitgeschakeld?
    2 Toen ze het dak opging, was de airco toen stuk?
    3 Any how, toen ze het dak opging, blies de airco GEEN lucht?
    4 Ze deed op het dak haar eigen ding, in haar speciale outfit?
    5 Begon de airco toen te werken?
    6 Begon de airco toen te blazen?
    7 Heeft de airco haar van het dak geblazen?

    Dan is ze door de plotselinge start van de airco van het dak geblazen,
    naar beneden gevallen,
    in de bak van de vuilniswagen geland,
    dead on impact,
    meegereden naar de vuilstort,
    uitgestort,
    en dood gevonden op de vuilnisbelt.

  38. 1 Blies de airco de lucht horizontaal weg?
    2 Blies de airco de lucht verticaal weg?
    3 Was het een hele grote airco?
    4 Kan je sky diven op die airco?
    5 Was de vrouw aan het skydiven?
    6 Droeg ze een skydive pak?

    ter verduidelijking van twee in één gestelde vragen met maar één antwoord:
    7 Is het van belang dat ze een vrouw is?
    8 Was in exact dezelfde situatie een man ook gevallen?

    1. 1. niet van belang
      2. niet van belang
      3. niet van belang
      4. nee
      5. nee
      6. nee
      7. nee
      8. ja

  39. 1. Waren er andere mensen op het dak?
    2. Stonden er andere apparaten op het dak die relevant zijn?
    3. Was er iets mis met de constructie van het dak?

  40. “4 Was de vrouw op het dak omdat de airco kapot was? JA”

    1 als de airco had gewerkt, was ze dan binnen gebleven?
    2 als de airco had gewerkt, was ze dan binnen haar vrije tijdsbesteding gaan doen?
    3 deed ze normaal gesproken haar vrijetijdsbesteding ook op dat dak?

  41. 1. Had ze een Jurk aan?
    2. Had het andere ding op het dak de reden dat ze op het dak was?
    3. Is een rede om het dak te zijn de enige reden waarom er nog iets relevants is op het dak?

    1. 1. nee
      2. ja
      3. grammatica is erg lastig te volgen. zoals ik het interpreteer is het antwoord ja. denk ik tenminste.

  42. 1 Zijn de weersomstandigheden van belang?
    2 Is de vrouw blind?
    3 Is de vrouw doof?
    4 Had de vrouw nog iets bij zich?
    5 Heeft de vrouw nog iets meegenomen het dak op?
    6 Is de leeftijd van de vrouw van belang?
    7 Onweerde het?
    8 Is de bliksem ingeslagen op de airco?
    9 Is de vrouw gestruikeld?
    10 Is de vrouw weggeblazen (door drukverplaatsing, niet zijnde wind)
    11 Is de vrouw door iets geraakt en toen van het dak gevallen?
    12 Is de vrouw haar evenwicht verloren?
    13 Zaten er stenen los van de dakrand waardoor ze naar beneden is gevallen?
    14 Is het soort gebouw van belang?
    15 Was de vrouw op de vlucht voor iemand?
    16 Was er brand in het gebouw?

    1. 1. ja
      2. nee
      3. nee
      4. nee
      5. ja
      6. nee
      7. nee
      8. nee
      9. nee
      10. nee
      11. nee
      12. nee
      13. nee
      14. ja
      15. nee
      16. nee

  43. 1. Droeg de vrouw een badpak?
    2. Droeg zij een badjas?
    3. Droeg zij badslippers?
    4. Lag de vrouw op dak te zonnen?
    5. Heeft de vrouw gesproken met de vuilnismannen?
    6. Lag de vrouw op de airco te zonnen?
    7. Is de vrouw per ongeluk met de airco in de vuilniswagen terechtgekomen?

  44. 1 Is het een warme dag?
    2 Is het gebouw een ziekenhuis?
    3 Is het gebouw een sportschool?
    4 Regent het?
    5 Waait het hard?
    6 Is het gebouw een school?
    7 Is het gebouw een flat (woningen)?
    8 Wat ze nog meeneemt het dak op, is dat a) een apparaat b) nodig voor haar vrijetijdsbesteding c) is dat gereedschap d) past het in haar broekzak?

    1. 1. ja
      2. nee
      3. nee
      4. nee
      5. nee
      6. nee
      7. ja
      8a. nee
      8b. ja
      8c. nee
      8d. nee

  45. 1 Had ze een paraplu bij zich?
    2 Hagelde het?
    3 Sneeuwde het?
    4 Worden er airco’s gefabriceerd in het gebouw?
    5 Is het een ander soort fabriek?
    6 Is het een kantoorgebouw?

  46. 1 Ging ze de hond uitlaten?
    2 Ging ze sporten?
    3 Was ze op weg naar iemand anders?
    4 Droeg ze een zonnebril?
    5 Zweette de mevrouw?
    6 Droeg de vrouw een hoofdbedekking?
    7 Woonde de vrouw zelf in de flat?
    8 Heeft de vrouw een melding gekregen dat de airco kapot was?

    En nog even een theorie:
    De vrouw was een verstokt rookster. Maar in het flatgebouw waar zij woonde, is roken niet toegestaan. Normaal gesproken zet ze dan de airco vol open, zodat de rook wordt verdreven. Maar nu de airco niet werkte, ging ze naar het dak om daar een sigaret op te steken. Tijdens het roken moest ze ineens hoesten en viel per ongeluk over de rand in de vuilniswagen die daar het vuil stond op te halen. De vuilniswagen heeft haar meegenomen naar de stort en haar daar gedumpt.

    Columbo heeft gesproken.

Reacties zijn gesloten.