De eerste keer DungeonQuest

In DungeonQuest (de derde editie) ga je met je held een gevaarlijke kerker (dungeon) binnen om die te plunderen en er met zoveel mogelijk buit weer uit te komen. De meeste waardevolle spullen vind je middenin de kerker in het hol waar de draak Kalladra ligt te slapen. Deze draak wordt ’s nachts wakker, dus probeer je voordat de dag voorbij is zijn hol binnen te sluipen, de  buit te stelen, en weer buiten te komen. Onderweg kom je allerlei gevaarlijke verschrikkingen tegen zoals vallen, monsters en natuurlijk de draak. De gemiddelde ‘avonturier’ die deze kerker binnengaat komt niet meer levend naar buiten.

Het spel, dat zich afspeelt in de wereld van Terranoith (Descent, Runebound, Runeage, Runewars), wordt gespeeld op een bord met daarop hokjes waar kerkertegels geplaatst kunnen worden. De kerkertegels zijn geschud en liggen naast het bord. Er zijn vier ingangen in deze kerker en elke speler begint bij zijn eigen ingang. De spelers spelen tegen elkaar en kunnen elkaar zelfs aanvallen. Iedere speler kiest een karakterkaart en het bijbehordende miniatuurtje. Op de karakterkaart staan een aantal vaardigheidswaarden (kracht, behendigheid, panser en geluk) en zijn speciale kracht. Verder liggen er naast het bord verschillende stapels met kaarten. Zo zijn er kerker-, schat-, val-, deur-, grafkelder-, lijk-, zoek- en catacombekaarten.

Als een speler aan de beurt is kan hij één actie doen: één stap lopen of de huidige kamer doorzoeken. Als de speler een stap loopt en er ligt op de nieuwe plek nog geen kerkertegel, dan plaatst hij er eentje met het pijltje in de richting waar hij vandaan kwam. Daarna moet de spelers afhankelijk van de kamer de ‘gebeurtenissen’ van die kamer uitvoeren. Een ‘gebeurtenis’ uitvoeren betekend meestal dat er een kerkerkaart (niet tegel) getrokken moet worden. Op die kaart staat dan wat er gebeurt en soms moet je dan een andere kaart trekken, zoals een valkaart of een lijkkaart. Soms heeft een kaart een goed effect, maar meestal een slecht effect zoals monsters of vallen. Iets wat je regelmatig moet doen is een vaardigheidstest, waarbij je met twee dobbelstenen een waarde moet gooien lager of gelijk aan een van je vaardigheden.

Gevechten worden gespeeld in rondes met de gevechtskaarten. Je karakter heeft een aantal gevechtskaarten waarvan je er een moet trekken en dan wordt je hand aangevuld tot vijf gevechtskaarten van een algemene stapel. Als je tegen een monster vecht, wordt deze gespeeld door een andere speler. Iedere speler kiest een kaart en en draait deze tegelijk met de andere speler open. De gene met de kaart met de hoogste waarde wint de ronde. De verliezende speler krijgt de kaart waarmee hij verslagen is. Elke kaart die hij zo krijgt telt als één schade. Als hij geen levenspunten meer over heeft, ligt de speler uit het spel. Er zijn mechanismes en speciale combinaties waardoor je meerdere schadekaarten kunt spelen en krijgen. Dit systeem werkt best leuk en er zijn heel wat combinaties mogelijk. Je moet proberen op het goede moment je karakterspecifieke gevechtskaart te spelen.

Naast de gewone kerker is het ook mogelijk om de catacomben te betreden. Deze liggen onder de kerkers. Deze is gevaarlijker, maar je  kunt zo sneller reizen.

Als je in de schatkamer met de draak aangekomen bent , moet je daar draakkaarten draaien. Dan hoop je dat de draak blijft slapen en dat je een schat mag pakken. Zodra je zo buit verzameld hebt, probeer je levend naar buiten te komen. En dit moet je allemaal doen voordat de zon ondergaat. Elke ronde wordt een zonfiche een stap verder geschoven op het dagspoor. Aan het einde van de dag zal het spel snel eindigen. Alle ‘dieven’ die dan nog in de kerker zijn, worden door de draak gedood.

Dit is een snel en chaotisch spel met een zeer sterk en goed uitgevoerd thema. Je kunt na twee stappen in de kerker op een val stappen waardoor je meteen dood bent en uit het spel ligt. Het is dus voornamelijk een geluksspel, maar daardoor wel spannend tot het einde. Haal je die laatste dobbelsteenworp om een val te overleven? Kun je dat monster overleven? Verder vond ik er veel variatie in zitten en had ik zin om de mogelijkheden uit te proberen. Omdat de meeste karakters het spel niet overleven zou je eigenlijk de kerker al uit moeten lopen zodra je maar iets van waarde gevonden hebt. Maar dan laat je ook een heleboel liggen, en de grote schatten zijn verlokkelijk. Het spel speelt snel en ik wil het zeker nog een aantal keer spelen. Ik ben benieuwd hoe lang het leuk blijft, maar ik denk dat het om de zoveel tijd weer terug op tafel gaat komen.