Genius is een legspel met eenvoudige regels, maar met een kleine twist in de bepaling van de uiteindelijke winnaar. Maar ja, het is dan ook door Reiner Knizia ontworpen…
De spelregels passen op twee kantjes ter grootte van de doos (Catan-maat), inclusief voorbeelden, en varianten voor team- en solo-spel.
Het spel bestaat uit een bord met zeshoekige velden, een zwarte zak met een voorraad dubbele tegels van zeshoeken met zes verschillend gekleurde symbolen erop, vier plankjes om deze dubbele tegels op te plaatsen, en per speler een scorebordje met zes telsporen en de daarvoor benodigde blokjes.
Het spel draait om de zes verschillende kleuren (die overigens elk hun eigen symbool kennen; dat is wel zo makkelijk voor kleurenblinden). Aan het begin van het spel krijgt elke speler een plankje en zes blind getrokken tegels. Daarnaast wordt per speler een scorebordje neergelegd, met de zes verschillend gekleurde blokjes op positie nul.
Op het zeshoekige bord staan in de zes hoeken reeds ingevulde vakjes met elk een van de verschillende kleuren. Dit zijn de startvelden; elke speler legt zijn eerste tegel aan een ander startveld. Daarna is het gehele bord te gebruiken door iedere speler; het maakt niet meer uit wie in welke hoek van het bord is begonnen.
Voor elke tegel die een speler neerlegt krijgt hij punten voor de aangrenzende rechte lijnen in dezelfde kleur. Dat wil zeggen dat vanuit elk van de twee helften van de tegel vijf rechte lijnen naar buiten kunnen worden getrokken. Alle vakjes met dezelfde kleur die op die (ononderbroken!) lijn liggen leveren één punt op. Als je bijvoorbeeld de rode helft van je tegel aan een rij van 3 rode vakjes weet te plaatsen krijg je voor die rij van 3 vakjes ook 3 punten. Eventuele rode vakjes na een gat of andere kleur tellen hierbij niet mee. Voor alle vijf mogelijke richtingen per tegelhelft bepaal je het aantal verdiende punten, dat geef je weer op het betreffende telspoor. Ook voor de tweede tegelhelft bepaal je de waarde, en ook die geef je weer op het betreffende telspoor.
Voordat je beurt voorbij is heb je echter kans op een extra actie. Als een van je blokjes op het telbord de 18e positie bereikt, mag je een extra tegel spelen. En dat kan zich bij goed spel eventueel nog een keer voordoen.
Als je beurt voorbij is vul je vervolgens je plankje zodat er weer zes tegels op liggen. Echter, als je na het aanleggen van je tegel op je plankje geen tegels hebt met de kleur waarin je het laagste aantal punten hebt, mag je al je tegels laten zien, en kun je zes nieuwe tegels uit de zwarte zak trekken. Hopelijk heb je dan iets getrokken om die zwakke kleur(en) wat op te peppen, want de zwakke kleuren bepalen de eindstand.
Als er geen tegels meer op het bord geplaatst kunnen worden is het spel afgelopen. De eindstand wordt bepaald door de minst scorende kleuren van de spelers. Bij een gelijkstand van de minst scorende kleur wordt de volgende slecht scorende kleur bepaald, en dat net zolang totdat de eindstand bepaald is. Je moet dus tijdens het spel opletten dat je je kleuren evenwichtig ontwikkelt, en dat je zwakste kleuren toch nog een zo hoog mogelijke score hebben. Deze manier van scoren via de laagste kleur is iets wat meneer Knizia wel eens vaker in zijn spellen stopt…
Gewonnen prijzen
- Japan Boardgame Prize (2004; beginners)